3. Conclusies en vooruitzichten

Het Interreg Frankrijk-Wallonië-Vlaanderen project New-C-Land geeft een impuls aan de teelt en het gebruik van biomassa afkomstig van marginale gronden in de projectregio. De ervaring die werd opgedaan bij het ontwikkelen van de 10 waardeketens heeft ons geleerd dat het telen van biomassa op marginale gronden een interessante optie is Er is echter meer kennis en investering nodig om deze evolutie te verankeren en verder uit te bouwen. Zoals gezegd biedt grensoverschrijdende samenwerking op dit gebied mooie kansen die afhangen van de inzet en flexibiliteit van alle schakels in de waardeketens.

Tijdens de projectperiode identificeerden de partners voornamelijk waardeketens waarin biomassa voor de productie van bio-energie kan worden geteeld en gevaloriseerd. Bijgevolg zijn deze op de bio-energie gerichte waardeketens al goed ontwikkeld Deze toepassing wordt echter beschouwd als een laagwaardig gebruik van de biomassa. Biomassa voor de productie van biogebaseerde producten en materialen is meer hoogwaardig en heeft meer (economisch) potentieel. Heden staan veel van deze waardeketens nog in de kinderschoenen. Tijdens de looptijd van het New-C-Land project werd er echter veel belangstelling voor getoond. In de nabije toekomst worden dan ook verdere investeringen en ontwikkelingen verwacht. De kennis over biomassa afkomstig van marginale gronden moet verder worden ontwikkeld, zodat de interesse van industriële spelers toeneemt.

Een ander belangrijk punt dat moet worden vermeld is dat de beschikbaarheid van marginale gronden varieert naargelang de regio in kwestie. In Frankrijk en Wallonië was het zoeken naar beschikbare gronden gemakkelijker dan in Vlaanderen, waar de druk op de beschikbare terreinen groot is. Deze druk leidt tot keuzes op het gebied van inrichting ende doelstellingen inzake biodiversiteit, industriële ontwikkeling en projectontwikkeling zijn niet steeds verenigbaar. Als gevolg daarvan zijn er minder mogelijkheden voor de teelt van biomassa voor niet-voedingsdoeleinden in deze regio. In het kader van dit project konden echter wel contacten worden gelegd met verschillende Vlaamse bedrijven die geïnteresseerd zijn in de aankoop van biomassa in de Interreg-regio Frankrijk-Wallonië-Vlaanderen en in het gebruik ervan in hun activiteiten. Dit bevestigt eens te meer het belang van grensoverschrijdende samenwerking bij de ontwikkeling van biogebaseerde waardeketens.

Wat zijn de noden en aandachtspunten die door New-C-Land zijn vastgesteld voor de verdere ontwikkeling van waardeketens op de marginale gronden?

Inzicht in een economisch model voor biomassa afkomstig van marginale gronden

Welke schakels zijn er nodig, wat is hun locatie en wat zijn hun noden en belangen? Er moet voor gezorgd worden dat elke speler rendabel kan werken en tegelijk de duurzaamheid van de waardeketen kan garanderen. Dit vereist ook een verhoging van de capaciteit om biomassa afkomstig van marginale gronden te produceren en te verwerken.

Voortzetting van het onderzoek naar mogelijke toepassingen van de biomassa afkomstig van verontreinigde terreinen

In dit project hebben we ons geconcentreerd op hennep en plantaardige kleurstoffen in de textielsector, alsook op energieterugwinning uit biomassa (bv. biogas). Er zijn echter vele andere situaties waarvoor meer diepgaande kennis vereist is. Daartoe behoren andere soorten verontreiniging, de teelt van andere planten en andere valorisatiesectoren. Een van de pistes die moeten worden bewandeld om aan de verschillende valorisatienormen te voldoen, is de vermindering van verontreinigende stoffen in de biomassa. Dit kan gebeuren door de selectie van rassen die de overdracht naar de gevaloriseerde biomassa beperken, of door het bestuderen van de voorbehandeling van de biomassa vóór de valorisatie. Door deze kennis te ontwikkelen, kan meer zekerheid worden geboden aan gebruikers van biomassa en potentiële kopers van biogebaseerde producten en materialen.

Er moeten veldproeven worden uitgevoerd op alle types geïdentificeerde marginale gronden

Het doel is na te gaan of de biomassaproductie toereikend is voor de vastgestelde marginaliteit. Voor eenjarige gewassen moet ook de gewasrotatie worden bestudeerd.

Creëren van een draagvlak voor het nuttig gebruik van (tijdelijke) marginale gronden

Voor sommige eigenaars van marginale gronden is het beplanten en ontwikkelen van deze percelen geen prioriteit. Als gevolg daarvan blijft de grond ongebruikt en gaat het economisch potentieel verloren. Daarom kan de ontwikkeling van de biogebaseerde economie alleen worden versterkt door de actieve betrokkenheid van beleidsmakers en een doeltreffende bewustmaking van de eigenaars van gronden en de gebruikers van biomassa.

De biogebaseerde economie impliceert de economische valorisatie van marginale gronden, maar de ecologische en sociale voordelen mogen niet worden onderschat

De valorisatie van marginale gronden kan gebeuren volgens verschillende beheerscenario's waarin economie, ecologie en welzijn met elkaar in evenwicht zijn. Deze beheerscenario's kunnen vervolgens aan de plaatselijke actoren worden voorgelegd om het gebruik van de grond te optimaliseren. Om dit mogelijk te maken, is een open communicatie en samenwerking tussen alle partijen noodzakelijk. Een goed evenwicht tussen de verschillende diensten van de grond leidt tot een multifunctioneel gebruik ervan. De sites van Le Martinet, GTI-Sodifac en Leuze-en-Hainaut zijn hier goede voorbeelden van. Om verder te gaan zou het betrekken van een econoom en een socioloog bij toekomstige projecten een betere beoordeling van deze punten mogelijk maken. Het is van belang dat de beheerscenario's geval per geval worden onderzocht.

Figuur 1: Verschillende beheerscenario's voor de aanleg van een marginale grond. De figuur toont verschillende mogelijke scenario's op de site. Op die manier wordt de milieu-, gezondheids-, sociale en economische impact ingeschat (Bron: Brice Louvel, Junia).

We kunnen dus concluderen dat New-C-Land een impuls heeft gegeven aan het gebruik van biomassa afkomstig van marginale gronden in de regio Frankrijk-Wallonië-Vlaanderen. De door het project ontwikkelde instrumenten, namelijk het compendium, de cartografische en de beslissingsondersteunende tool zorgen ervoor dat de opgedane kennis op lange termijn behouden blijft en in de praktijk kan worden toegepast. Dit geldt zowel binnen de Interreg-regio Frankrijk-Wallonië-Vlaanderen als ver daarbuiten. We hopen dat de opgedane kennis en ervaring in de toekomst zullen worden gebruikt om de biogebaseerde economie verder te ontwikkelen.